Mogelijkheden bij vrouwelijke honden:
- Een vrouwelijke hond is alleen vruchtbaar tijdens de tweede week van de loopsheid. Ze zal ook alleen dan een dekking toelaten. Deze loopsheid keert ongeveer om de 6 maanden terug.
- Toch worden teven bij voorkeur gesteriliseerd, niet alleen om die vervelende periode te vermijden, maar ook ter preventie van veel voorkomende melkkliertumoren en baarmoederontstekingen.
Het beste tijdstip voor deze operatie is ofwel op de leeftijd van 7 maanden, ofwel na een loopsheid. De hond wordt ’s morgens nuchter in de praktijk binnengebracht. Ze wordt onder volledige verdoving geopereerd en ze mag ’s middags reeds naar huis.
Nadelen van deze ingreep is dat deze sterilisatie onomkeer is en dat obesitas of (behandelbare) incontinentie af en toe kunnen voorkomen.
- Een hormonale behandeling met een prikpil kan toegediend worden door de dierenarts. De eerste behandeling kan gebeuren 3 maanden voor de loopsheid en de injectie kan om de 6 maanden worden herhaald.
Langdurig gebruik wordt echter sterk afgeraden wegens verhoogd risico op melkkliertumor en op baarmoederontsteking.
- Een ‘morning-after’ prik is mogelijk tot enkele dagen na een ongewenste dekking
- Een abortusprik is mogelijk tot 6 weken na een ongewenste dekking.
Mogelijkheden bij de kattin:
- Om krolsheid en ongewenste dracht van de kattin te vermijden wordt een sterilisatie aanbevolen op de leeftijd van 6 à 7 maanden.
Deze operatie is ook nog mogelijk 6 à 8 weken na de geboorte van een nest kittens.
Ook kattinnen die binnenshuis blijven worden liefst op jonge leeftijd gesteriliseerd om langdurige krolsheid, melkkliertumoren en baarmoederontsteking te voorkomen.
De kat wordt ’s morgens nuchter in de praktijk binnengebracht. Ze wordt onder volledige verdoving geopereerd en blijft dan nog tot ’s avonds totdat ze goed wakker is om terug te keren. De dag na de operatie is er meestal reeds niets meer van te merken.
- Een hormonale behandeling (pil of prikpil) is eveneens mogelijk: een pil wordt best in een snoepje toegediend eenmaal per week of elke twee weken toegediend (naargelang van het soort pil). Een prikpil wordt door de dierenarts toegediend om de 4 à 6 maanden.
Deze methoden mogen slechts gedurende een paar jaren worden gebruikt (bijvoorbeeld indien de eigenaar graag nog een nestje kittens wenst in de toekomst). Ze zijn niet 100% doeltreffend en langdurig gebruik is bovendien vrij gevaarlijk wegens een groot risico op melkkliertumoren of baarmoederontsteking.